De familie Helsen woont in een prachtig gerenoveerde hoeve, tussen de weilanden waarop hun pony's lekker kunnen grazen. Mama Mieke leidt er een goed draaiend architectenbureau, papa Olaf helpt haar en werkt daarnaast als kinesitherapeut. Volgens hem verwent Mieke haar kinderen te veel als compensatie voor haar tijdrovende, grote passie: haar job. De familie Pollet woont daarentegen in een kleine arbeiderswoning die ze met veel zin voor humor en zelfrelativering hun "Plophuisje" noemen. Mama Kelly en papa Peter leefden tot voor kort nog rijkelijk, maar na een werkongeval en daaropvolgend faillissement zit het jonge gezin met een grote schuldenberg. Ze moeten het zien te stellen met 120 euro per week en zijn aangewezen op de voedselbank. De twee families nemen elkaars leven, huis en budget voor een lang weekend over.